Even voorstellen: Geriatrische Revalidatie QuaRijn
De nieuwste zorginstelling die het Topcare-predicaat krijgt is QuaRijn. Directeur wijk- en revalidatiezorg Henriet Groenendijk en adviseur organisatieontwikkeling Lineke Krantz vertellen over het werken met deze doelgroep, hun route naar het Topcare-predicaat en hun doelen.
Wat is er zo mooi aan het werken met deze doelgroep?
Lineke: ‘Revalidanten binnen de Geriatrische revalidatie zijn kwetsbaar. Zij komen bij ons om te werken aan een heel belangrijk doel: terugkeren naar huis, zo zelfstandig en vitaal mogelijk. Het gaat echt ergens om! Als team ondersteunen en stimuleren wij de revalidanten om steeds meer zelfstandig te doen. Bijvoorbeeld wanneer iemand weer moet leren om zelfstandig thuis te lopen, de maaltijd klaar te maken, of naar de wc te gaan. Wij helpen hen hun dagelijkse routines weer opbouwen.’
Henriet: ‘Als je veel met dezelfde doelgroep werkt dan ga je je bijna automatisch specialiseren. Niet alleen op doelgroep, maar ook op product, in hoe je aankijkt tegen geriatrische revalidatie. Zo deden onze revalidanten vroeger bijvoorbeeld fysiotherapie in een oefenzaal. Nu hanteren we een meer multidisciplinaire aanpak. Niet meer oefenen op een apparaat, maar in de dagelijkse setting. Revalidatie is door de tijd heen veranderd van enkele therapiemomenten op de dag, naar Alles is Revalidatie – het accent ligt nu op oefenen van functionele vaardigheden en omgaan met belasting en belastbaarheid.
Lineke: ‘Iedereen hanteert nu een brede blik, disciplines vullen elkaar aan. We zoeken naar manieren om interdisciplinair nog meer samen te werken en willen van elkaar blijven leren. Zo hoeft bijvoorbeeld een opname of intakegesprek nu niet meer per se door een verzorgende te worden gedaan. Een ergo- of fysiotherapeut kan dan nu ook doen, afhankelijk van de revalidatiedoelen die de revalidant heeft.
Hoe zag de weg naar het Topcare-predicaat er uit?
Henriet: ‘Toen ik instapte was QuaRijn al bezig met het Topcare traject. We stelden onszelf de vraag: hoe stimuleer je iemand nou op een positieve manier tot revalidatie? Hoe leg je iemand het concept ‘Alles is Revalidatie’ uit, zonder dat de revalidant het gevoel krijgt dat je hem/haar niet wilt helpen. Dat is echt een kunst, zeker als de mate van hulp verschilt per individuele revalidant en zijn/haar revalidatiedoel!’
‘Onze conclusie was dat het heel belangrijk is om dat gesprek al op dag één te voeren én iedereen dezelfde boodschap te geven. “Ik probeer u verder te helpen, maar als ik alle taken van u overneem, dan komt u op lange termijn ook niet verder.” We waren soms te streng in die gesprekken; dat bleek een aandachtspunt. Daarom wordt hier nu extra aandacht aan besteed bij (nieuwe) medewerkers en leerlingen.’
Lineke: ‘Onze revalidatieafdelingen bevonden zich tot vorig jaar nog in één gebouw met ook verpleeghuisafdelingen. In deze setting was het heel moeilijk om een goed revalidatieklimaat neer te zetten, om revalidanten te stimuleren om actief te werken aan herstel. We hadden een andere atmosfeer nodig, en de nieuwbouw heeft daar echt bij geholpen.’
Henriet: ‘Revalidanten moeten nu zelfstandig naar het restaurant toe, ze blijven niet meer op hun kamers. En ook aan tafel moeten ze vervolgens alles zelf doen; ontbijt maken, elkaar helpen, en ook het sociale aspect van samen eten komt aan bod. Daar kwamen voor ons veel veranderingen in het werkproces bij kijken. Van de verpleegkundigen tot de mensen in de keuken: iedereen kreeg scholing over de veranderingen en het revalidatieconcept’.
Enthousiasme over innovatie
Henriet: ‘Er leeft bij onze medewerkers een soort honger naar innovatie, wetenschap, onderzoek. We hebben een aantal mensen die daar echt voor gaan. Het was niet een top-down besluit, het kwam niet van de directie en wij hoefden het ook niet aan de collega’s te verkopen. Een vaste kern van bevlogen mensen heeft de rest meegenomen; zij waren de kartrekkers. De onderzoekscommissie heeft echt voor een enthousiaste sfeer gezorgd.’
Wat willen jullie vasthouden voor in de toekomst?
Lineke: ‘We willen onze sterke onderzoekslijn doorzetten en makkelijker kleinere onderzoeken of pilots doen. Daarnaast willen we heel graag van elkaar blijven leren, het ontwikkelklimaat vasthouden en kritisch blijven kijken naar hoe we het doen en hoe revalidanten én hun mantelzorgers de revalidatie ervaren. Kan het slimmer? Kan het beter?